Levende Geschiedenis
door Jozef Schildermans
(verschenen in Tijdingen uit Leuven nr. 124)
(geschreven april 2001)
“Levende Geschiedenis” (mét hoofdletters) is niet voor iedereen een
contradictio in terminis. Voor duizenden hobbyisten overal ter wereld is
“Living History” (het fenomeen komt aangewaaid uit de Angelsaksische
wereld) een manier van leven. In hun vrije tijd apen ze een wel afgebakend
stukje van de geschiedenis na. De serieuzere groepen gaan heel ver in hun
inleving: alle details moeten kloppen, van schoeisel tot taalgebruik, van
hoofddeksel tot de maaltijden die tijdens de bijeenkomsten worden
genuttigd.
Opmerking: de links staan onderaan het artikel
Het internet wemelt van de Living History pagina’s. Sommige groepen
bestaan duidelijk uit volwassenen die het krijgertje spelen uit hun jeugd
nooit hebben verleerd. Bij andere groepen gaat het er ernstiger aan toe:
ze proberen een bepaald tijdperk zo goed en zo kwaad als het kan te
reconstrueren.
De Liebaart is een voorbeeld van een ernstige groep. Begeesterd door de
Assebroekse ingenieur elektromechanica Joris de Sutter omschrijft De
Liebaart zichzelf als “een belangenvereniging met interesse in de
middeleeuwen die het leven in Vlaanderen rond het jaar 1302
reconstrueert”. De groep maakt naar eigen zeggen “een hoop lol”, maar gaat
tegelijk op zoek “naar oplossingen van tal van kleine, dagdagelijkse
problemen die onze voorouders bezighielden”. Als lid moet je een rol als
laat dertiende-eeuws stadsburger willen uitbeelden. “Een ridder van lage
adel is nog net aanvaardbaar,” zo lezen we op de website. “Hogere
edellieden horen er bij ons niet bij, omdat we vinden dat je hier geen
realistische impressie kan van neerzetten zonder ook de gehele huishouding
die daarbij komt kijken te reconstrueren.”
Aspirantleden werken in de eerste zes maanden aan een basisset
burgerkledij. De club geeft je alle informatie en patronen, maar je moet
je wollen rock, hosen en lederen, handgenaaide schoenen zélf
ineenknutselen. Wil je een nieuw kledingstuk of gebruiksvoorwerp
aanbrengen, dan moet het bestaan daarvan worden bevestigd in twee
onafhankelijke bronnen. Immers, de leden proberen “op een
wetenschappelijke wijze … de levensomstandigheden van de middeleeuwen (te)
reconstrueren”.
Op de uitstekende, tweetalige website wordt de situatie in Vlaanderen anno
1302 uit de doeken gedaan. Veel aandacht gaat natuurlijk naar de
Guldensporenslag, met een op schoolse geschiedenisboeken gebaseerde
chronologische tekst. Ook komen aspecten aan bod zoals de inspiratie en
het waarheidsgehalte in Conscience’s boek, de kledij in 1302, de handel en
commercie en middeleeuws koken. De herkomst van de vele eigentijdse
illustraties wordt geïdentificeerd in de “image tag”, die in de meeste
browsers automatisch wordt getoond als je je cursor eventjes op de
afbeelding laat rusten. De uitgebreide bibliografie bevat standaardwerken
zoals dat van Prof. Jan Frans Verbruggen over de oorlogsvoering in
West-Europa of het boek van dezelfde auteur over de Slag. Foto’s van de
vereniging in actie vervolledigen deze leuke site.
Living History
Het fenomeen van de geschiedenisreconstructie komt zoals gezegd aangewaaid
uit de Angelsaksische wereld. Daar zijn talloze groepen actief in zowat
alle denkbare historische periodes. Voor hen bestaat er de overzichtssite
Living History. Voor elke historische periode vind je daar een
discussieforum, websites, artikels, bijeenkomsten en achtergrondartikels.
De verscheidenheid aan groepen en de periodes die ze “herbeleven” is
ongelooflijk. Het krijgertje spelen is meestal niet ver af. Zo blijkt er
een hele subcultuur te bestaan van groepen die aspecten van de Korea- en
Vietnamoorlogen herbeleven (uiteraard vanuit het standpunt van het
Westen). Er is zelfs een zogenaamde webring voor (een schakel van websites
over hetzelfde thema). En – ongelooflijke maar waar – die groepen zijn
niet alleen actief in Engeland en de Verenigde Staten maar ook
bijvoorbeeld in Oekraïne. Company A, 1st Battalion, 6th Infantry Regiment,
198th Infantry Brigade, Americal Devision (Reeanctors) beklaagt er zich op
haar tweetalig Engels Russische website overigens over dat ze heel veel
moeite heeft om correcte uitrustingen voor haar leden te vinden “omdat we
heel ver zitten van zowel Vietnam als de Verenigde Staten”. De groep
omschrijft zichzelf als “hardcore reeanctors” die “historisch correct”
bezig zijn.
“Get a life”
William Shatner, Captain Kirk in de eerste Start Trek televisieserie,
maande zijn fans in 1986 op Saturday Night Live aan to “get a life”, om
zich met andere woorden niet zo aan te stellen. Er bestond toen en bestaat
nog een hele subcultuur van Star Trek “conventions” (bijeenkomsten),
verkleedpartijen en uitbeelders. Sommige fans nemen Star Trek zo serieus
dat ze bijvoorbeeld vloeiend Klingons spreken, een niet-bestaande taal van
een niet-bestaand volk uit het volledig verzonnen Star Trek universum.
Shatner’s grap werd hem niet door alle fans in dank afgenomen. De acteur
maakte een en ander goed door in 1999 in zijn boek Get A Life! op zoek te
gaan de mens achter de Trekkie. Waarom verkleden tienduizenden mensen zich
als fictieve karakters en herbeleven ze fictieve gebeurtenissen, zo vraagt
hij zich af. Shatner interviewde – meestal incognito, want met het gezicht
verborgen achter een of ander rubberen masker, iets wat op een Star Trek
bijeenkomst eerder de rigeur is – tientallen fans om een antwoord op die
vraag te vinden. Het wellicht voor de handliggende antwoord luidt dat
Trekkies “om een of andere reden vinden dat niemand hen opmerkt”. Op een
conventie “krijgen ze de aandacht waar ze naar verlangen maar die ze niet
in hun gewone leven krijgen”. Trekkie zijn is lid worden van een grote,
weliswaar kunstmatige familie.
De vele Living History groepen hebben in elk geval op Trekkies voor dat ze
tenminste geen fictie proberen te herbeleven (hoewel niet alle groepen het
even nauw nemen met de historische accuraatheid). Moet je hen ook
toeroepen to “get a life”? Natuurlijk niet. Dit is “good, harmless fun”
zoals de Engelsen plegen te zeggen. De serieuzere groepen kunnen ook de
professionele historicus iets bijbrengen. Zo zag ik op de BBC ooit een
zeer onderhoudende serie over de Romeinen in Groot-Brittannië (What did
the Romans do for us? van Adam Hart-Davis) waar voor verschillende items
een beroep werd gedaan op “reenactors”. Het is één ding om in een boek te
lezen over ballistas, manuballistas of onagers, het is heel iets anders om
ze in werking te zien, met veel liefde en kunde gemaakt door een groep
herbelevers. Tijdens de serie werd zelfs een herhalende ballista getoond
die elf pijlen per minuut kon afvuren, een voorloper van de mitrailleur
die wel in de bronnen wordt vermeld, maar waarvan geen details bekend
zijn. De reconstructie die werd getoond, bewees in elk geval dat een
dergelijk wapen door de Romeinen kón worden gebouwd. In de serie kregen we
nog andere spectaculaire reconstructies te zien, zoals die van een
Romeinse pomp (waterwiel), een brandweermachine en een mogelijke versie
van een Romeinse odometer (voor het meten van afstanden).
Soms kun je alleen maar iets goed begrijpen door het na te maken of na te
apen. In dat opzicht is “Levende Geschiedenis” nog zo gek niet.
Jozef Schildermans
Suggesties? E-mail aan jozef@datatestlab.com
De Liebaart:
home.tiscalinet.be/liebaart/
Living History:
www.livinghistory.co.uk/
Korea/Vietnam Reenactor Webring:
www.public.ua.net/~mlp/list.html
Company A, Oekraïnse Vietname reenactors:
www.geocities.com/americal6198/
William Shatner:
www.williamshatner.com/
Klingon Language Institute: www.kli.org/
What did the Romans do for us?
www.bbc.co.uk/history/ancient/romans/tech_01.shtml
|
|