De journalist is dood! Lang leve de journalist?

Verslag B-Jit debat over de toekomst van de journalist (gebouwen Corelio Groot-Bijgaarden, 5/12/07)

De journalist is dood! Lang lever de journalist? Dat laatste is nog maar de vraag…. Niet geheel toevallig organiseerde B-Jit – de club van Belgische informaticajournalisten – een discussie over de toekomst van de journalistiek. Nieuwe technologieën doen immers vragen rijzen bij de toekomst van het journalistieke metier. Dé journalistiek en dé journalist bestaan natuurlijk niet. Het panel met Josse Abrahams als moderator maakte dat meteen duidelijk. Dat was samengesteld uit de uitgevers Luc Eeckhout (ICT Cluster Roularta) en José Delameilleure (B2B Minoc), vertegenwoordigers van journalisten als Pol Deltour (nationaal secretaris Vlaamse vereniging van journalisten) en Frans Wauters (Journalisten auteursrechten maatschappij) én journalisten als Jozef Schildermans (Testlab) en Bruno Koninckx (freelance). Ook het publiek van journalisten, communicatiespecialisten en andere belangstellenden liet zich in deze discussie niet onbetuigd.

Van bij de aanvang leek het thema van de avond veeleer de vraag ‘de toekomst van wat?’ te worden. En meteen werd de ‘identiteitcrisis’ van de journalist aangekaart. Vandaag kan immers iedereen informatie verspreiden via een veelheid aan kanalen. Daardoor is de journalist de controle over de verspreiding van informatie (en de gezagspositie die daar bijhoort) kwijtgeraakt, aldus Luc Eeckhout. Tegelijk wordt er ook meer individueel gereageerd op informatie via die kanalen, zoals in blogs. En bovendien gebeurt alles erg snel, zodat de klassieke werkwijze van de journalist niet meer lijkt te passen in dit jachtige stramien.

Dag journalist, dus? Nee, counterde José Delameilleure, een aantoonbare en bewezen kwaliteit in de berichtgeving is en blijft dé bestaansreden van de journalist. Waarbij zeker moet worden vermeden dat één iemand de verslaggeving doet en tegelijkertijd het foto- of videoverslag (inclusief het editeren van het AV-materiaal) voor zijn rekening moet nemen. Anderzijds zal crossmediaal werken wel deel uitmaken van de journalistieke toekomst, oordeelt Bruno Koninckx.

Cruciaal in de discussie blijkt daarbij de rol van de blog, een medium waarvan de impact groeit. Maar hoe zit het met de informatiekwaliteit in blogs? Hoe vind je betrouwbare blogs en de informatie die je nodig hebt doorheen het hele webkluwen. De eerste zoekresultaten leveren immers niet altijd de meest relevante pointers of referenties op. Het is duidelijk dat de explosieve ontwikkeling van nieuwe technologieën voor informatieverspreiding doorheen het nu wereldwijde internet vandaag een fundamentele rol speelt. Een veel diepgaandere revolutie dan ooit voordien, aldus Pol Deltour, met gevolgen voor werking, organisatie en kwaliteit! Als vertegenwoordiger van de journalistenbond verzet hij zich hoegenaamd niet tegen die nieuwe technologieën, maar ze moeten dan wel positief worden aangewend. Het kan niet de bedoeling zijn om alle functies en verslaggevingsvormen in één persoon te persen en zo te besparen. Hier rust een grote verantwoordelijkheid bij de uitgevers die moeten kunnen garanderen dat journalisten voldoende worden vergoed, met bijzondere aandacht voor de auteursrechten (onder meer bij de herpublicatie van materiaal op het internet of in andere media) en het lot van de freelancers, aldus Frans Wauters.

Dat hier de economische noden van publicaties (lees: de onder druk staande inkomsten), de ietwat naiëve verwachting van de consumenten dat informatie gratis is en de precaire toestand van journalisten – en dan vooral de freelancers – lijnrecht tegenover elkaar staan, bleek ‘crystal clear’ tijdens de discussie. Nee, we kunnen ons niet veroorloven tweemaal voor het zelfde te betalen en een bericht moet naargelang zijn scoop-gehalte bvb. soms in een ander medium worden gebracht dan voorzien, op de site in plaats van in het tijdschrift, aldus Luc Eeckhout.

Maar hoever kan de slinger die kant uitzwaaien? Tot een hoofdredacteur een katern of een dossier afblaast omdat ‘de sales’ er geen geld in ziet (zoals iemand uit de zaal had ervaren)? Of tot een hoofdredacteur de titel ‘marketeer van het jaar’ krijgt (wat dit jaar gebeurde met Peter Vandermeersch).

Daartegenover staat de journalist, die moet leven en worden vergoed voor zijn werk. Dat vooral freelancers het voor hun kiezen krijgen en soms hun toevlucht nemen tot activiteiten die volgens de letter van de wet eigenlijk niet kunnen, ontkent niemand! Dat uitgevers en journalistenbond al jaren niet meer tot een cao zijn gekomen, dat de bestaande barema’s niet worden gehanteerd voor freelancers en dat aan de discussie over auteursrechten, crossmediaal hergebruik en auteursrechten geen einde komt, zijn stuk voor stuk symptomen van een extreem moeilijke situatie. ‘Haast alle processen die we inleiden gaan over freelancers en het gebruik van (en/of de betaling) van hun materiaal’, stelt Frans Wauters…

Telkens opnieuw belandde de discussie weer bij de blogger, voor veel journalisten de boeman, bedreiging, concurrent (schrappen wat niet past) bij uitstek. Is dat de nieuwe journalist? Te vertrouwen? Met echte invloed? De nieuwe lieveling van de PR- en marketingmensen? Of is de blogger in wezen een amateur die zich laat laat lijmen en paaien omdat hij nu ook mag meespelen met de grote jongens? Of sluit de blogger aan bij een trend die mikt op informatie gebracht door personen uit de samenleving, met een hoog ‘reality’- gehalte.

Een journalist blogs laten schrijven naast zijn ‘normale dagtaak’ is ook geen optimale oplossing, want hoedanook snijdt dat in de tijd die hij aan zijn artikels kan besteden. Een mogelijke reactie is de nu reeds voorziene bescherming van het beroep nog sterker in de verf te zetten door aan de naam onder een artikel een bewijs van professionele erkenning aan toe te voegen (zoals het ‘ir’ achter de naam van een ingenieur).

Klinkt natuurlijk erg defensief, maar veranderingen kunnen erg snel gaan. Met zo’n maatregel kan de journalist de huidige woelige periode overleven. Informatieconsumenten moeten opnieuw een betere kijk krijgen op de kwaliteit die wordt geboden door een kanaal of een specifiek medium. Zoals vroeger de inhoud van de kranten voor absoluut waar werd gehouden (‘anders zouden ze het toch niet drukken zeker’), lijkt nu zo’n simpel vertrouwen te bestaan voor wat informatie op het internet.

Tegelijk moet ook de blogger zich strikter aan deontologische regels houden. Het toepassen van de regels die gelden voor journalisten en de eis ten aanzien van bloggers om hun relatie met bedrijven duidelijk te maken, zou al heel wat dubbelzinnigheid de wereld uithelpen, vindt Jozef Schildermans. Bedrijven en instellingen moeten daarnaast ook zelf het onderscheid leren maken tussen ernstige, professioneel aangepakte blogs en de blogs van dubieus kaliber.

‘Bedrijven scheren heus niet alle bloggers over dezelfde kam,’ stelt Tim Nagels, actief in de communicatiewereld, het publiek gerust. Belangrijk voor de toekomst is dat nieuwe technologieën niet tot een verschraling van de informatie mogen leiden, waarbij een zelfde stukje telkens weer wordt hergebruikt. En er moet blijvend worden geïnvesteerd in technologie én mensen, ook in moeilijke tijden. Die strategische keuze berust bij de hoogste bedrijfsleiding. Door het mediaberoep te herwaarderen zou ook het probleem inzake geloofwaardigheid al goeddeels worden opgelost.

Wat uiteindelijk telt voor de informatiezoeker is in welke mate hij de informatieleverancier kent en dus vertrouwt. Luc Blyaert, voorzitter van B-Jit, merkte daarbij op dat de jongeren van vandaag niet langer bereid zijn om het gezag van iemand of van een medium zomaar te aanvaarden. Ze vertrouwen wie ze kennen!

Guy Kindermans (redacteur Data News)

Eén gedachte over “De journalist is dood! Lang leve de journalist?”

Reacties zijn gesloten.